Op de zitting van de raadkamer van dinsdagochtend werd uitspraak gedaan over de overleveringsverzoeken van de Nederlandse autoriteiten van 5 jongeren uit het arrondissement Turnhout, verdacht van feiten in Eindhoven op 4 januari.


 
In 4 uitvoerig gemotiveerde beschikkingen werd de uitlevering van de 4 meerderjarige betrokkenen toegestaan voor feiten van openlijke geweldpleging en poging doodslag.

Op vraag van één van deze 4 betrokkenen werd wat hem betreft de uitlevering afhankelijk gesteld van een door Nederland te verstrekken waarborg dat een eventuele latere bestraffing in Belgie kan worden ondergaan.
 
In een vijfde beschikking werd eveneens de uitlevering van de minderjarige betrokkene toegestaan, doch enkel voor feiten van poging doodslag. De raadkamer ging in dit verband niet in op het verzoek van de verdediging om een prejudiciële vraag aan het Europees Hof van Justitie te stellen.

De raadkamer stelde daarnaast vast dat het verzoek tot uitlevering inzake openlijke geweldpleging reeds door de onderzoeksrechter werd afgewezen, nu hiervoor geen eventuele uithandengeving door de Belgische jeugdrechter mogelijk is.

Op vraag van de minderjarige betrokkene werd ook wat hem betreft de uitlevering afhankelijk gesteld van een door Nederland te verstrekken waarborg dat een eventuele latere bestraffing of beveiligingsmaatregel  in Belgie kan worden ondergaan.
 
Elke betrokkene kan tot uiterlijk 24u nadat hem de beschikking van de raadkamer werd betekend, hoger beroep instellen tegen de beslissing tot tenuitvoerlegging van het Europees aanhoudingsmandaat, waarna de zaak eventueel verder zal behandeld worden voor de kamer van inbeschuldigingstelling bij het hof van beroep in Antwerpen.
 
Alzo is er tot  na het verstrijken van de beroepstermijn en eventueel tot na behandeling door de  kamer van inbeschuldigingstelling nog geen definitieve beslissing.

(rb)